Mensen zijn net ijsbergen

Wat je ziet, het stuk boven de waterlijn, is slechts een deel van de totale omvang. Net zoals bij een ijsberg, bevindt het grootste deel zich onder water.

De Amerikaanse psycholoog David McClelland heeft het ijsbergmodel ontworpen, een tool waar ik er graag mee werk. Boven de waterlijn zijn het gedrag van mensen en kennis en vaardigheden zichtbaar. Hoe iemand zich gedraagt wordt vaak in competenties vertaalt. Stel, je levert je werk altijd tijdig en foutloos af, dan zijn punctueel en nauwkeurig de competenties die hierbij horen. Vaardigheden vakkennis en kunnen zijn ook duidelijk zichtbaar. 

Maar, onder de waterlijn wordt het pas echt interessant. Daar zitten de lagen die iemand aandrijven of juist remmen. Die ervoor zorgen dat het zichtbare gedrag vertoond wordt. En die ons ook veel inzicht en begrip kunnen geven, waarom iemand doet, wat die doet. Hier zit vaak wat niet uitgesproken wordt zoals de onbewuste en onzichtbare overtuigingen, normen en waarden, eigenschappen en drijfveren van mensen. 

Onzichtbare factoren – de componenten onder de waterlijn.

  • Een overtuiging is een sterke mening of opvatting over jezelf, anderen, een situatie. Het wordt gevormd door uw opvoeding en uw omgevingsfactoren. Een overtuiging die ik vaak tegen kom is: “laat het mij maar zelf doen. Dan gaat het sneller en krijg ik de kwaliteit die ik voor ogen heb”. Deze overtuiging kan behulpzaam zijn, zij zet aan tot actie. Maar deze overtuiging kan ook belemmeren. Je neemt te veel hooi op je vork, delegeert niet en vraagt niet om hulp.
  • Normen en waarden zijn iets wat mensen als goed of slecht gaan beschouwen. Er wordt een bepaalde handeling wel of niet gedaan omdat er een achterliggende norm of waarde speelt die dat beïnvloedt. Je wilt bijvoorbeeld uw collega niet lastigvallen omdat hij het te druk heeft. En iemand die het al zo druk heeft stoor je niet, toch?
  • Persoonlijke kenmerken hebben ook een invloed op het gedrag. Mensen kunnen introvert of extravert zijn. De ene is sociaal, de andere is verlegen. De een vind het resultaat heel belangrijk, de andere vertrouwd meer op het gevoel.
  • Drijfveren zetten je aan tot acties. Stel je hebt een hoge intellectuele drijfveer. Dan onderzoek je graag dingen, je leest veel doet inhoudelijke kennis op en voelt je stevig op je benen, als je over goede achtergrondkennis beschikt. Uit onze drijfveren komen ook vaak talenten en behoeften naar voren. Is autonomie er een van? Dan pak je dus snel initiatief, werk je onafhankelijk en waardeer je vrijheid in je werk. 

Wil je graag jouw eigen ijsberg in kaart brengen? Ga dan eens met deze vragen aan de slag.

Vragen boven de waterlijn:

Gedrag

  • Wat doe je, welk gedrag laat je zien als je doelen wil bereiken?
  • Hoe beschrijven mensen in jouw directe omgeving jou?
  • Wat zijn jouw unieke, kernkwaliteiten?
  • Hoe zou je jezelf beschrijving in je jongste jeugd?
  • In wat voor omgeving voel je je het beste en hoe gedraag je je dan?

Vragen onder de waterlijn:

Waarden en Normen

  • Waar sta je voor in één woord?
  • Wat voor gezegden in jouw familie waren ‘de waarheid’?
  • Welke waarden zijn voor jou randvoorwaardelijk als je doelen wil bereiken?
  • Wat voor gedragsregels zijn voor jou vanzelfsprekend?
  • In wat voor gedrag van een ander kan je heel erg teleurgesteld zijn en welke norm of waarden wordt er dan geraakt?
  • Wat vind je belangrijk in de samenwerking met anderen?
  • Hoe wil je zelf behandeld worden?
  • Waarover kan je je heel erg kwaad maken en welke norm of waarden worden er dan geraakt?

Helpende overtuigingen

  • Welke helpende overtuiging heb je die kan maken dat je je doelen bereikt?
  • Met welke overtuiging ‘pep’ je jezelf op als het moeilijk wordt?
  • Welke positieve gedachten helpen je als je kracht nodig hebt?

Belemmerende overtuigingen

  • Welk oordeel heb je over jezelf?
  • Welke overtuiging belemmert je om doelen te bereiken?
  • Wat zeg je tegen jezelf als zaken niet lopen zoals gewenst, wat vind je dan van jezelf?

Drijfveren

  • Waar krijg je energie van?
  • Waardoor kom je in actie en beweging en welke behoefte wordt er dan bevredigd?
  • Als je vol energie thuiskomt wat heb je gedaan en welke behoefte is er dan bevredigd?
  • Wat is belangrijk voor je en moet altijd onderdeel van je werk/leven zijn?
  • Wat motiveert je om in beweging te komen?
  • Waar ga je voor?
  • Wat geeft je plezier en levert je voldoening op?
Leave A Comment